Wanneer een verkeersovertreding wordt begaan, identificeert men meestal de overtreder pas achteraf op basis van de nummerplaat.
Wanneer het voertuig is ingeschreven op naam van een natuurlijke persoon, dan geldt het wettelijk vermoeden dat degene op wiens naam het voertuig is ingeschreven ook de bestuurder was.
Wanneer het echter gaat om een bedrijfswagen, is dit vermoeden uiteraard niet van toepassing aangezien een vennootschap of rechtspersoon geen voertuig kan besturen.
Om die reden bestaat er een wettelijke verplichting in hoofde van de vennootschap of haar zaakvoerder om binnen de 15 dagen aan de gerechtelijke instanties mee te delen wie op het ogenblik van de overtreding met het voertuig reed. Daartoe dient het gestandaardiseerd formulier tijdig te worden teruggestuurd.
Voormelde informatieverplichting geldt in alle gevallen, dus ook indien de overtreding niet wordt betwist of de boete zelfs al is betaald.
Het niet naleven van de informatieverplichting door de vennootschap of haar zaakvoerder vormt een afzonderlijk misdrijf. Wie de informatieverplichting niet naleeft riskeert een geldboete van minstens € 1.600 als zaakvoerder en van minstens € 4.000 als vennootschap.
De boodschap is dus om bij te houden wie op welk moment welke bedrijfswagen bestuurt en de identiteit van de bestuurder tijdig mee te delen wanneer deze een verkeersovertreding heeft begaan.
Uiteraard kan de bestuurder, die een dagvaarding ontvangt om voor de Politierechtbank te verschijnen, in het kader van de rechtsbijstand in de verzekeringspolis van het bedrijfsvoertuig beroep doen op een advocaat naar keuze om zich te laten bijstaan voor de rechtbank. Hetzelfde geldt voor de zaakvoerder of de vennootschap die voor de rechtbank moet verschijnen wegens inbreuk op voornoemde identificatieplicht.
Uiteraard kan de bestuurder, die een dagvaarding ontvangt om voor de Politierechtbank te verschijnen, in het kader van de rechtsbijstand in de verzekeringspolis van het bedrijfsvoertuig beroep doen op een advocaat naar keuze om zich te laten bijstaan voor de rechtbank. Hetzelfde geldt voor de zaakvoerder of de vennootschap die voor de rechtbank moet verschijnen wegens inbreuk op voornoemde identificatieplicht.